Doorgaan naar hoofdcontent

#287 Een heerlijke middag

Bij binnenkomst mochten we kiezen uit een oranje of geel kaartje. Personeelsdag. En personeelsdagen zijn niet compleet zonder workshops. Ik nam een kaartje van het oranje stapeltje.

De workshop die bij het kaartje hoorde: Vurig Verbinden.

In de kas van het restaurant werd de cursus gegeven door een vlotte jongedame, die er helemaal voor uit Utrecht was gekomen. Voor een opdracht had ze op tafels tientallen kaartjes uitgestald, met abstracte illustraties en stockfoto’s erop, waar we eentje uit moesten kiezen. Daarna moest er een andere deelnemer gezocht worden. Eentje zou vertellen over het kaartje en waarom hij die had uitgezocht, de ander moest ‘echt’ luisteren. De cursusleidster had eerder gezegd dat ‘echt’ luisteren voor mensen ‘het moeilijkste is om te doen’.

Ik pikte een kaartje met daarop een getekende trein, duidelijk aan het rijden door een landschap. In ieder raampje van de wagon was een ander landschap te zien, van gebergte tot een stadsjungle. Een kaartje met spookjes die aan een tafel koffiedronken en kranten lazen leek me ook wel gezellig, maar de trein was de eerste keuze. Bovendien: kies jij het kaartje of kiest het kaartje jou?

Ik vond een gesprekspartner, een collega van over de brug. We streken neer op een bankje onder een zonnescherm. ‘Begin jij maar’, zei ze. ‘Ik ben benieuwd naar wat je te vertellen hebt.’

‘Nou ja,’ begon ik, ‘we zien een rijdende trein met verschillende landschappen in de ruitjes. Ik ben graag onderweg, en vind het altijd leuk om nieuwe plekken te ontdekken en nieuwe mensen te ontmoeten’. Kon ik nog iets meer vertellen? ‘Maar,’ besloot ik, ‘ik reis altijd met een retourticket, want ik kom ook altijd graag weer terug’.

Daarna bedacht ik dat een reizende trein ook symbool kon staan voor het leven zelf, en dat je je wagonnetje deelt met andere mensen, die met je meereizen en op een bepaald moment ook weer uit stappen. Dat leek me nog geinig om toe te voegen, maar de collega had al ‘oh, wat mooi’ gezegd en besloot haar vragenronde alvast te starten.

De cursusleidster kneep in haar knijptoeter, waarmee ze aangaf dat er gewisseld kon worden. De collega van over de brug had gekozen voor een zonnebloem. Ik deed mijn best om ‘echt’ te luisteren. In mijn ooghoek zag ik een jongedame van het restaurant rondgaan met een schaal halve maïskolven en kipnuggets, die later bij consumptie gefrituurde bloemkoolroosjes bleken te zijn.

Hoe gezellig we ook in het treinwagonnetje zaten te keuvelen, ik kreeg zin om de restauratie op te zoeken. Of: mijn aandachtstreintje wilde doorrijden.

De volgende oefening werd gedaan aan de hand van het spelletje Dobble, een kaartspel waarbij op ieder kaartje symbooltjes staan waarvan er eentje correspondeert met een ander kaartje. Als er een overeenkomstig symbooltje gevonden was (een cactus, uitroepteken, bliksemschicht), moesten we op zoek naar wat dat symbooltje je met elkaar verbond.

Een andere collega van over de brug kwam naar me toe. ‘Eens kijken?’
We keken naar de kaartjes. Onze overeenkomst: een auto.
‘Rijd jij auto?’ vroeg hij.
‘Ja. Zit jij ook wel eens in een auto?’
‘Ja. Nou mooi’.
‘Uitgeluld.’
‘Moet effe plassen.' En weg was ‘ie.

Met een andere collega had ik een soort mannetje, die ik associeerde met een stoplicht. De vraag ‘heb jij ook wel eens voor een stoplicht gestaan?’ werd niet beantwoord. Zij had juist de associatie met een peperkoek.

Ze vertelde wel dat ze met een andere collega een clownsgezichtje had als overeenkomstig symbooltje. Ze hadden elkaar de vraag gesteld waarom ze clowns niet meer leuk vonden. ‘Met al die enge films tegenwoordig’.

Om er toch nog wat van te maken vroeg ik of het misschien ook met ouder worden te maken kon hebben. Dat bij het volwassen leven ook uitdagingen horen waar je in de kindertijd niet mee te maken hebt. Dat een clown ook iets tragisch heeft, omdat hij altijd leuk moet doen. ‘Je hoeft toch niet altijd leuk te doen?’ vroeg ik. Haar opgetrokken wenkbrauw had een signaal kunnen zijn, maar de trein was al op stoom geraakt. Ik ging door over dat het best vreemd is om je als volwassen mens te schminken en dan zo onnozel te doen. ‘Werp af die neus!’ hoorde ik mezelf daarbij zeggen.

‘Goh, Jan Maarten, wat ga je toch diep,’ zei ze. Met een klop op mijn schouder nam ze afscheid. Haar trein was doorgereden, of had in ieder geval een voortijdige spoorwissel gemaakt.

Ik besloot maar richting het station ‘eigen team’ te gaan, met als tussenstop de schaal gefrituurde bloemkool.

Het was een heerlijke middag.

Reacties

Populaire posts van deze blog

#209 de Trumpweek

Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen afgelopen week maakte nauwelijks indruk. Op mij noch op de mensen om me heen. Zelfs op sociale media is het behoorlijk rustig. In dat malle grote land is Donald Trump herkozen als president.    ‘Trump is weer president he,’ zei een collega terloops.    ‘Tsja, het is allemaal wat,’ antwoorde ik.    En daarmee was de bespreking van de verkiezingsnacht afgehandeld. Terwijl bij iedereen de alarmbellen af zou moeten gaan – Trump is een lont in een akelig gevaarlijk hoopje buskruit – gebeurt dat niet echt. Tenminste, ik heb het niet meegekregen. Misschien omdat mijn sociale-mediaconsumptie ook niet meer is wat het was. De fratsen van die andere halve zool, Elonnetje Musk, zorgt ervoor dat ik steeds minder zin heb om op die grote X te tikken. Na een tijdje merk je dat je er niks aan mist ook. Maar goed, we hadden het over de Amerikaanse verkiezingen. Iemand waar ik af en toe mee samen werk is een aantal jaar terug me...

#219 Ranking de logo's

Vanochtend hoorde ik onderweg naar werk in het nieuwsbulletin van Radio2 de ophef voorbijkomen over het nieuwe logo van de Gemeente Urk. Kom op jongens, het is toch een kostelijk plaatje?  Omdat de ambtenaren van de NOP weer aan het werk zijn gegaan, was het zoeken naar een plekje. Mijn Toyotaatje (de meeste Toyota's per inwoners!) parkeerde ik naast een busje van de gemeente. Pas toen viel het logo van de NOP mij op. Was ik al wel bekend mee natuurlijk, maar een mens kijkt nu eenmaal anders naar zaken als hij net uit een dorp vol ophef komt puffen. Laten we de logo's van de andere Flevolandse gemeenten eens van dichtbij bekijken. En laten we er meteen een ranglijstje van maken.  Gemeente Almere Slogan: Het kán in Almere! Het logo van de gemeente Almere springt meteen in het oog. Hier is groots uitgepakt. Er wordt ook prettig gespeeld met het perspectief, waardoor je pas na een tijdje kijken een grote A ontwaart. Groots, maar plat. Almere samengevat. Had wel wat meer creativit...

#208 De mensheid zal nog van mij horen

Mag je een boek bejubelen alvorens je hem uitgelezen hebt? Ga het toch doen. In de podcast Radio Romano, een voortzetting van de Krokante Leesmap, werd het nieuwe boek van Joris van Casteren getipt. Bekend van titels als Lelystad, Het been in de IJssel en Het zusje van de bruid. De titel van dat boek over de man die jarenlang zijn overleden moeder in huis bewaarde heb ik zo snel niet paraat. Lelystad was een toffe leeservaring, kan niet anders zeggen. Zijn manier van schrijven - kort en afstandelijk en juist daardoor ironisch – trok me in een mum van tijd door dat hele boek heen. Van Casteren heeft een oog voor het menselijk tekort, en er is niets mooiers dan het menselijk tekort. Even zonder gekheid, de boeken van Van Casteren zijn niet enkel droog of grappig. Vaak juist een beetje luguber. Zoals Het been in de IJssel, wat gaat over, nou ja, een gevonden menselijk been in de IJssel. Dat boek is een zoektocht naar de eigenaar van dat been, wat hem uiteindelijk helemaal naar Duitsland l...