Het kwam eens ter sprake tijdens een kopje koffie, en de uitnodiging kon ik niet afslaan. Afgelopen vrijdagochtend was ik met een familielid en leden van een protestantse gemeente uit de polder onderweg naar Kampen
We zouden daar een dienst houden die twee uur zou duren. Anderhalfjaar werd met twee uren verlengd.
We mochten gebruik maken van de kerkzaal en schoven de
stoelen in een cirkel. Na de opening kwamen mensen van de vorige dienst een
kaars brengen. Er werd elkaar vrede toegewenst.
De dominee vroeg of ik uit Deuteronomium 5 wilde voorlezen. De tien geboden. Ik nam het Bijbeltje aan en las van schrik het hele hoofdstuk.
Kerkgang kan men verleren.
We zongen, waren stil, lazen om beurten hardop een alinea uit
een brief die Martin Luther King in een gevangenis had geschreven.
De twee uren waren voorbij. De stoelen werden teruggeplaatst,
de bundeltjes mochten terug op de kar. De kaars werd doorgegeven aan de
volgende dienst.
Achteraf zag ik daar de symboliek pas van in.

Reacties
Een reactie posten